Wilder Land is een onderneming welke niet duurzaamheid als uitgangspunt heeft, maar natuurherstel. In Nederland gaat het er slecht aan toe met de biodiversiteit. Op Europees niveau doen wij het namelijk het slechtst. Wilder Land stelt dat we toe moeten werken naar een economisch model waarin natuurherstel centraal staat. “En dat kan!”, vertelt Matthijs. Pakhuis de Zwijger ging in gesprek met Matthijs Westerwoudt, een van de oprichters van Wilder Land.

Oogst Duizendblad © Wilder Land

Hoe is Wilder Land tot stand gekomen?
‘Samen met Daan van Diepen heb ik vier jaar geleden Wilder Land opgericht. We leerden elkaar kennen bij Frisse Blikken, een organisatie voor jongondernemerschap. Daan kwam toen van Commonland, een non-profit organisatie welke zich al bezig hielt met natuurherstel. Bij die organisatie hielden ze er een soort raamwerk op na bestaande uit 4 pijlers waarbij zowel bedrijven, gemeenschappen, individuen én de natuur profiteren. Natuurherstel staat daar op één. Samen met Daan kwamen we daardoor tot het inzicht dat je natuurlijkkapitaal kunt vangen in een businesscase. Dat kan dus gewoon!! Dat werkte zo inspirerend dat we daarmee aan de slag zijn gegaan. Wilder Land werd geboren.’

Wat doen jullie dan precies?‘Wij maken thee van inheemse planten, of onkruid eigenlijk. Als Nederland zijn we de beste in de wereld als het gaat om landbouw, maar de slechtste in Europa als het gaat om biodiversiteit. Een samenwerking aangaan met de agrarische sector bleek dus voor de hand liggend. Door inheemse en lokale gewassen aan te planten in het akkerland proberen we ervoor te zorgen dat er meer ruimte komt voor insecten, vogels, en dus meer leven. Van die inheemse en lokale planten kunnen wij weer heerlijke producten maken. Een feest voor de natuur én voor onze smaakpapillen.’

© Harm van Hoeve

Waar komt het ondernemerschap en de affiniteit met natuurherstel vandaan?‘Toevallig hebben Daan en ik allebei een combinatie van psychologie en bedrijfskunde gestudeerd. Ik op de Universiteit van Amsterdam, hij op de Vrije Universiteit. Tijdens onze studie hebben we al enige ervaring opgedaan met het opzetten van kleine bedrijfjes. Zo heb ik tafels gemaakt van oude bowlingbanen en ander gerecycled hout. Daan heeft samen met het restaurant waar hij toen nog werkte online kookcursussen geproduceerd.
Onze affiniteit met natuur komt uit onze jeugd. En toen we de aflevering Groen goud twee van VPRO Tegenlicht hadden bekeken kregen we inspiratie om met natuurherstel aan de slag te gaan.’

Hoe dragen jullie bij aan een duurzaam en gezond Amsterdam?
‘We werken met Pantar, een sociaal ontwikkelbedrijf op het NDSM-terrein in Amsterdam. Daar wordt onze thee verpakt en verstuurd. Daarnaast zit er op datzelfde terrein een boer die voor onze thee Moerasspirea verbouwd. We creëren dus werkgelegenheid hier in en rond Amsterdam.
Afgelopen tijd zijn we ook samenwerkingen aangegaan met Artis, Rijksmuseum, Coffee Company, en twee Michelin sterrenrestaurants. Zij schenken allemaal onze thee!
Daarnaast zijn wij erg geholpen door het Amsterdamse branding bureau ‘…,Staat’ in het neerzetten van Wilder Land. Ook zijn we betrokken bij de Groene stelling om een soort groene cirkel in en rondom Amsterdam te creëren. Dat initiatief probeert ervoor te zorgen dat natuur en landbouw beter op elkaar aan sluiten. We werken dus heel erg graag samen met lokale kleine Amsterdamse bedrijven; onze smaakmakers & lekkerbekken. We zitten in een heel ecosysteem van boeren, natuurorganisaties, smaakmakers & lekkerbekken, Amsterdamse havermelk elite en andere partners.’

De (on) Groen Blend © Wilder Land

Wat hebben jullie in het vooruitzicht? Is er een stip aan de horizon?
‘We gaan door met het zoeken van samenwerkingen met lokale smaakmakers & lekkerbekken om het assortiment uit te breiden. Zo zitten we te denken aan een Boekweit whisky, of een gin. Uiteindelijk willen we niet de producten exporteren, maar ons model van natuurherstel exporteren. Dus de ambitie is om een soort regeneratieve Unilever te worden. Zo is het idee dat er andere Wilder Land kruidenthee geschonken wordt in Amsterdam dan in Kopenhagen. We werken nu met eetbare inheemse planten, de culinaire biodiversiteit. Maar we zitten ook te denken aan het gebruik van cosmetische biodiversiteit, om zo ook cosmetica van eigen bodem te maken. Met als uitgangspunt dat alles wat we gebruiken een plek moeten krijgen in ons landschap.’

Wat kan ik morgen doen om de stad groener, duurzamer of gezonder te maken?
‘Ik zou zeggen koop lokale producten. Als je een balkon of tuin hebt koop dan wilde of inheems planten of zaden. Dat is het beste voor de inheemse biodiversiteit. Kun je dat niet betalen? Laat dan je tuin verwilderen, oftewel niet te veel aanharken. Voor de stad zou het perfect zijn als de parken wat meer verwilderd zijn, zoals het Rembrandpark. Eigenlijk zouden er zouden meer Rembrand-parken moeten komen. Wat ik zelf leuk vind is de eetbaarheid van de natuur; liefde gaat door de maag namelijk. Dus het zou tof zijn als de gemeente eetbare inheemse soorten aanplant en burgers uitdaagt om te proeven en hun lokale omgeving daarmee te ontdekken. Als het gaat om kleur dan zijn de meeste inheemse planten niet altijd de meest uitbundige bloeiers, maar kijk maar eens hoeveel kleurrijke insecten eropaf komen. Ga bijvoorbeeld de schoonheid inzien van de paardenbloem, zijn bloem maar vooral ook zijn bezoekers!’

Kruidenmix © Wilder Land

Samengesteld door
Jip Koene
Stagiair Ruimte en Duurzaamheid