Hoe kleiner je binnenruimte, hoe groter je buitenwereld.

(c) Lisa Zilver voor Avanti

Hennie Tibben is als pionier in een tiny house gaan wonen. Het huisje is ruim opgezet, met compacte keuken-, toilet- en doucheruimtes, waardoor het leeg en knus tegelijk voelt. ‘Ik heb ooit een paar jaar in Frankrijk gewoond, ook in de regio Parijs. Daar werd ik geconfronteerd met hoe duur wonen eigenlijk was. Het was eind jaren ’80 en ze waren daar al gewend dat je een derde tot de helft van je geld aan je huis kwijt was. Dat is me altijd bijgebleven en heeft me later geholpen in mijn beslissing. Een ander belangrijk moment was toen ik enorm trots was op het feit dat ik een hele dure hypotheek kon krijgen toen ik in Utrecht ging wonen. Zo’n belachelijk gevoel van ‘de bank vertrouwt mij voor dit bedrag!’ Ik kwam uit een familie waar kopen niet heel normaal was, ik ging de wereld in, het liep goed, ik was ambitieus.’

Toch knaagde altijd het avontuur: ‘Ik ging al regelmatig met alleen mijn rugzak op reis en dat beviel goed. In 2008, de tijd van de ecomische crisis, was ik tien weken op pad in Zuid-Oost Azie. Dat beviel ontzettend goed. Waren mijn kleren ‘op’? Dan ging ik naar de laundry service. Was het ergens niet meer leuk? Dan trok ik verder. In die periode was ik docente en zat ik in een internetcafé opdrachten na te kijken, aan de andere kant van de wereld. Ik was al aan het experimenteren met flexibel werken. Dat deed ik stiekem, maar het werkte. Door de crisis ging ik over de toekomst nadenken, over hoe ik schuldvrij zou kunnen leven. Ik bedacht verschillende scenario’s, maar ondertussen ging ik wel door met mijn werk als ondernemerscoach. In mijn kelder had ik een plek gemaakt waar ik online kon werken, compleet met opnamestudio voor m’n businessschool, met het idee dat ik er heel flexibel door zou worden. Maar in de praktijk bleek dat het zoveel tijd kostte, vooral thuis, dat ik er helemaal niet blij van werd. Ik vroeg me af of dat het me wel waard was om veel geld te verdienen. Nee dus, want toen ik daar over na ging denken werd ik echt ongelukkig. Ik realiseerde me dat het kapitalistische systeem helemaal niks voor mij was. Maar ik kon ook niet verzinnen wat ik dan wél wilde. Het enige dat ik kon bedenken was om me dan maar helemaal te bevrijden. En de enige link die ik nog had naar mijn oude leven was dat huis en die hypotheek. Dat was lastig, want het was tot dat moment ook een stuk van mijn identiteit. Om dat los te laten en te denken: ik ga weer op avontuur, dat is eng. Ondertussen was ik wel bezig geweest met het wegdoen van spullen, zoals mijn auto. Dat begon uit een verlangen om zaken te versimpelen. Ik wilde mijn tijd, mijn geld en mijn spullen herverdelen.’

‘Ergens in 2016 zag ik een video over dit Wikkelhuis en daar was ik zo van gecharmeerd dat ik de makers ben gaan opzoeken. Zij deden mee aan een prijsvraag om te mogen pionieren in Almere. Als ze zouden winnen, dan werd ik de allereerste permanente bewoner van een Wikkelhuis. Ze wonnen en toen kwam een moeilijke periode van wachten op de verkaveling en vergunning. Toen dat eenmaal rond was, werd het huis binnen enkele dagen geplaatst. Zodra er water en stroom was, ben ik er daadwerkelijk gaan wonen. Daarmee werd ik de eerste bewoner van een Tiny House in Almere.’

(c) Lisa Zilver voor Avanti

Wat ik zelf al na enkele uren merkte toen ik de dag ervoor in het buurhuis van Hennie verbleef, is dat je enorm de behoefte krijgt om de deur open te zetten en naar buiten te gaan. In de avond heb ik geruime tijd op een stoel voor het huis zitten lezen. Ondertussen werkte Hennie aan de overkant in haar tuin: ‘Ja, ik zit zo vaak buiten met mijn ontbijt, een krant of boek. Je staat veel meer in contact met buiten en wat daar gebeurt. Ook met het weer trouwens. In sommige huizen merk je niks van het weer, heb je geen temperatuurschommelingen. Als het hier regent hoor je het roffelen op het dak, dat heeft charme vind ik.’ Zo zitten er voor haar meer voordelen aan deze manier van wonen: ‘Van te voren had ik heel erg het gevoel dat ik op vakantie ging. En dat gevoel is eigenlijk nooit meer weggegaan. Ik heb het gevoel dat ik wendbaar ben, ik kan op alles inspelen.’

Minpunten ervaart Hennie niet aan het wonen in het kleine huis. Op de huidige setting na misschien: ‘Ik had niet de intentie om zo in de dynamiek te zitten. We zitten met het Tiny House-dorpje precies tussen een aantal winkels en een school in. Het was in eerste instantie de bedoeling dat het ergens anders zou komen, maar dat ging uiteindelijk niet door.’ Een halszaak vindt ze dat niet: ‘Ik vind het idee erachter belangrijker, dus ik pas me aan de situatie aan. Het wonen in een Tiny House is voor mij onderdeel van een levensstijl bedoeld om bewuster te zijn van je omgeving en van het milieu. Er zijn een aantal zaken die voor een enorme ecologische voetafdruk zorgen, zoals het hebben van spullen, het eten van vlees, reizen met het vliegtuig en auto. En wonen dus. Om een huis te bouwen is materiaal nodig, stroom voor alle apparatuur, bouwers die overal vandaan moeten komen. Voor de constructie van dit huis is extreem weinig nodig geweest. Maar een volgende zou wat mij betreft wel op een wat rustiger plekje staan’, zegt ze lachend. ‘Ooit zou ik wel mijn eigen kaveltje en bouwsel willen. Misschien gebouwd uit materialen die op de locatie voorhanden zijn. Dan wil ik best weer pionieren, want ik heb gemerkt dat dat wel in mijn bloed zit.’

Samengesteld door