‘Dit is mout afkomstig uit Flevoland’, vertelt Anneke Geraads enthousiast. Ze richtte samen met haar man Raymond Familiebrouwerij Stijl op.

(c) Lisa Zilver voor Avanti

‘Eén van de beste granen ter wereld, maar het wordt normaal niet voor bier gebruikt, omdat het een dure teelt is. Toch vonden we het gek dat we mouten gebruikten uit Oost-Europa en andere delen van de wereld, terwijl hier dat kwalitatief goede graan groeit. De keten is het handigst als we kopen bij een groothandel, qua kosten, maar we zijn op zoek gegaan naar een manier om toch duurzamer en circulair te produceren. Dat was ingewikkeld qua logistiek en hoeveelheden, want je moet goed kijken naar de verhouding tussen prijs en kwaliteit. Je kan wel heel lekker bier maken, maar als niemand het kan betalen heb je er niets aan. Er lopen nu een aantal kleinschalige samenwerkingen en dat blijven we uitbreiden. Zo kunnen we bier maken dat echt lokaal is, zoals onze Ally, een pale ale. Het Flevolandse graan geeft het een extra kruidigheid, dus naast lokaal is het ook uniek qua smaak.’

Zoals bij veel brouwers begon het bij Anneke en Raymond als een uit de hand gelopen hobby. Oorspronkelijk uit het bourgondische zuiden waren ze gewend aan speciaalbiertjes: ‘Als twintigers gingen we weekendjes naar België, om biertjes te proeven bij abdijen. Elf jaar geleden dachten we: “dat moeten wij ook kunnen.” Dat begon met potten op het gasfornuis en leverde bieren op waarvan je nu denkt: “oef, dat iemand dat heeft kunnen drinken.” Daar gingen al wel direct bijzondere ingrediënten in. We hebben de brandnetels en paardenbloemen uit de tuin staan trekken om mee te experimenteren. Er ging veel mis, maar daar leer je dan van.’ Toen ze in Almere terecht kwamen kwam het brouwen in een stroomversnelling. Van de keuken verhuisde het naar een tuinschuur, en vervolgens naar een eigen locatie, inclusief opslagruimte en brouwlab. Anneke: ‘Raymond werkt fulltime op Schiphol en ik ben na een studie culturele antropologie en werk in de IT-sector voltijd huismoeder geworden na de geboorte van de kinderen. Maar na een half jaar zocht ik toch weer een uitdaging voor erbij. Nu is het bijna een fulltimebaan voor me. Inmiddels worden onze biertjes ook bij de grotere drankketens verkocht. Daardoor kan het brouwen zichzelf een beetje terugbetalen. Het prettige is dat we niet afhankelijk zijn van de inkomsten, omdat het bier niet winstdragend hoeft te zijn kunnen we blijven experimenteren.

(c) Lisa Zilver voor Avanti

We zijn bijvoorbeeld aan het kijken naar reststromen van andere bedrijven en wat we kunnen doen met onze eigen reststromen. Sinds vorig jaar gebruiken we brood dat bakkerijen normaal weggooien. Als een brood aan het einde van de dag niet verkocht is wordt het naar een bioverbrandingsoven gestuurd, terwijl het nog prima consumeerbaar is. We hebben meerdere bakkerijen gebeld en gevraagd of ze restbrood hadden om mee te experimenteren. We voegen het dan toe om een deel van de granen te vervangen. Bij het Ally-bier is zo’n 20 tot 25 procent van de granen vervangen door restbrood. Zo vervang je het duurdere graan gedeeltelijk, waardoor de kostprijs ook te behappen blijft. Er is een bakkerij die onze restgranen weer ophaalt om daar brood van te bakken. Dat is zowel voor ons als de bakker even experimenteren met recepten, maar levert uiteindelijk een mooie gesloten keten op. Zo blijven we bezig met verduurzamen. Ons volgende bier is Flevo-pils, wat voor een wat breder publiek zal zijn, dat is honderd procent van lokale granen en restbrood gemaakt. Als de eerste oogst van onze hoptuin klaar is hopen we vervolgens daar onze hop vandaan te halen en dan zal het echt een volledig Flevolands bier zijn. Daarnaast hebben we net een test gedaan in samenwerking met Nationaal Park Nieuw Land. Dat is nu in beperkte bierlab-oplage verkrijgbaar en komt als het goed is in de lente officieel uit. Bier met vlierbloesem en watermunt uit Almere. Ook daar gaan we met restbrood en lokale granen werken. Zo heb je een circulair bier met lokale toevoegingen van smaken.’

Anneke en haar man blijven experimenteren. En daarbij kunnen ze geïnspireerd raken door veel verschillende zaken: ‘We hebben inmiddels wat vaste smaken en blijven daarnaast seizoensbieren brouwen en samenwerkingen aangaan. We hebben zelfs een geboortebier, van toen we onze kinderen kregen. Daar zit anijs in, en is onofficieel een beschuit met-muisjes-bier. Al mag die term niet vanwege een grote producent van muisjes. Dat was in eerste instantie voor onze kraamvisite gemaakt, maar we kregen zoveel vraag naar het bier dat we het blijven maken. Nu is het landelijk gezien ons hardst verkopende bier. Een per ongeluk ontdekt bier dat enorm aansloeg. Ons dennentoppenbier is gemaakt met gedroogde jonge scheuten van een dennenboom. Het is wat zoet en smaakt een beetje naar hars. Dat is geïnspireerd door een bezoek aan Amerika. Ik heb daar voor mijn studie onderzoek gedaan naar lokale stammen. Die maakten heel veel met dennen, omdat die daar veel voorkomen. In koloniale tijden gebruikten ze om dezelfde reden ook dennentoppen in plaats van hop voor bier, wat als gunstig bijeffect had dat het langer houdbaar bleef. Bovendien bleek er veel vitamine c in te zitten, wat hielp tegen scheurbuik. Vervolgens zijn we gaan puzzelen welke smaak bier daar bij zou passen. Toen kwamen we op een blond bier uit. Zo proberen we steeds nieuwe dingen.’

Ondertussen blijft het familiebedrijf duurzaam naar de toekomst kijken: ‘Met een aantal ondernemers uit Almere zijn we aan het kijken of we een circulaire plek kunnen creëren om ons samen te vestigen. Met bijvoorbeeld een bakker, een paddenstoelenkweker, een evenementenorganisator. Een plek waar mensen heen kunnen om te kijken en te proeven. Een plek waar ons restwater gebruikt kan worden in een kas, of we de CO2 van onze ketels kunnen doorsluizen naar planten die dat gebruiken om te groeien. Dat plan zijn we nu aan het ontwikkelen. Of en wanneer dat lukt weten we niet, maar we gaan het proberen. Er zijn meer ondernemers die hun productieketens willen aanpassen om duurzamer te worden, dan is het handig als je dicht bij elkaar zit.’

Samengesteld door
Sara de Boer
Programmamaker Duurzame Stad